Jarenlang heb ik mijn Stanley 71 routervliegtuig in zalige onwetendheid gebruikt. Ik was blij dat het gemakkelijk was om aan te passen en te manoeuvreren. In de afgelopen paar jaar werd mijn liefde voor de No. 71 geschokt door zowel het Veritas Router Plane als het nieuwe LieNielsen Large Router Plane. Beide tools vormen een serieuze uitdaging voor de oude 71, vooral op het gebied van dieptestops. Maar moet u een nieuw routervliegtuig kopen? En zo ja welke?
Eerst, hier is het antwoord op uw eerste vraag. Als je ooit gefrustreerd bent geraakt door het vermogen van het routervliegtuig om herhaaldelijk een doel te raken, dan is het tijd om de rotzooi op eBay te verkopen en verder te gaan naar de Ductile Side.
Zowel de Veritas als de Lie-Nielsen zijn gemaakt van onbreekbaar nodulair gietijzer, wat niet echt reden genoeg is om ze te kopen, maar het is een van de weinige eigenschappen die beide gereedschappen gemeen hebben.
Veritas heeft uiteenlopende paden bewandeld bij het ontwerpen van routervlakken. Ze zijn daarom moeilijk te vergelijken. Voor meer informatie over de Veritas, bekijk mijn artikel uit het Fine Tool Journal op WKFineTools.com.
De Veritas-router is gesloten. De Lie-Nielsen is een open keel. Wat is het verschil? Een bredere keel zorgt voor beter zicht voor de snede. Gesloten kelen zijn meer ondersteunend bij het werken met smalle randen, zoals het schoonmaken van een groef van een deurstijl.
Een belangrijk verschil is de manier waarop u de dieptestop instelt. Stanleys is een wrede grap. Een bijwerking. Een jerry-rig. De Veritass diepteaanslag is als een borgmoersysteem van een boormachine. Het vergrendelt strakker dan elk ander systeem dat ik ooit heb gebruikt, maar snelle aanpassingen maken zit niet in de kaarten. De contramoeren kunnen vrij vaak op en neer op de paal worden gedraaid. Als je opgesloten zit, zit alles op slot.
De dieptestop van Lie-Nielsen is veel sneller. Het is een kraag die je mes omringt. Om de uiteindelijke diepte-instelling vast te zetten, draait u een duimschroef en werkt u er naar toe. Als u het diepte-instelwiel aapt, kunt u de diepteaanslag laten slippen, maar de aanslag is meer dan robuust voor de meeste houtbewerkers.
Een ander verschil zit in de aangeboden messen. De Veritas biedt drie (a
Puntige messen zijn vooral handig voor het reinigen van uitsparingen met scherpe hoeken, zoals zwaluwstaartmoffen in kasten. Vintage instructiehandleidingen voor routervliegtuigen spelen in op het feit dat het puntige mes beter is voor het produceren van een showoppervlak. Ik denk dat dit vooral een stapelbed is. Puntige messen zijn handig om in krappe bochten te komen. Het is vergelijkbaar met de manier waarop puntige schoenen insecten in hoeken kunnen verpletteren.
Ook vermeldenswaard: de twee
De Veritas is ergonomischer om te rijden, met zijn onhandige handvatten. Ik geef echter de voorkeur aan de klassieke knoppen van Stanley No. Lie-Nielsen adopteerde het nummer 71. Dit is persoonlijk. Sommige mensen geven de voorkeur aan gekantelde handgrepen. Het hangt allemaal af van hoe je het vasthoudt. Rechte knoppen werken goed voor een bovenhandse greep (handpalmen rusten boven de knoppen); Rake handvatten zijn beter als je pink de onderkant van het gereedschap aanraakt (handpalmen naar de zijkanten van de knoppen). Beide werken goed en voelen goed aan.
Qua pasvorm en afwerking zijn beide tools over de top. De gietstukken en kartels zijn eerste klas. Deze kwestie is een gelijkspel, geloof ik.
Dus welke tool moet je kopen? Als je veel randwerk doet, verstopte groeven opruimt en dergelijke, zou ik voor de Veritas gaan. De Lie-Nielsen is de beste keuze als u verschillende dieptes in uw werk moet bereiken.
Maar de meesten van jullie weten al welke je gaat kopen. Het is niet aan mij om te beslissen. Ik heb beide.
De Veritas heeft drie wieken en een hek. De Lie-Nielsen heeft één blad en een hekwerk.
